Dit heel kleurrijke vogeltje loopt typisch zenuwachtig heen en weer, terwijl het met zijn staart op en neer wipt. Vandaar uiteraard de naam. Het geluid is een onopvallend tsrie tsrie. Het mannetje is felgeel met grijze kop, mevrouw is wat valer met een lichtbruine kruin.
De gele kwikstaart broedt in mei op de grond in vochtige, kruidenrijke graslanden, oevers of wintertarwe- of aardappelakkers. Belangrijk is dat er geen bewerkingen plaatsvinden in deze periode en dat er in de buurt veel insecten te vinden zijn. Graslanden worden in die periode meestal gemaaid.
Voedsel zoeken ze graag op weilanden waar vee op staat, die jagen door rond te lopen de insecten op. Spinnen, kevers, vliegen, cicaden,… ze worden allemaal al rennend van tussen de vegetatie geplukt. Verder zoeken ze ook veel voedsel op de akkers zelf, waardoor ze wat minder afhankelijk zijn van de aanwezigheid van bloemrijke akkerranden. Dat is de reden
In de winter trekken gele kwikstaarten naar de Sahel in Afrika. Door de droogtes daar komen veel vogels niet terug. Ook het vroeg maaien van graslanden en het ontbreken van insecten zorgt dat deze soort langzaam in aantal achteruit gaat.
Beluister hier de gele kwikstaart
Op de kaart zie je waar je de grootste concentraties van de gele kwikstaarten kan vinden.
Op de foto zie je een typisch landschap waarin de gele kwikstaart zich thuis voelt.
Beeldmateriaal: ©Vilda