Gemeente Gemeente Lennik

Haas

De haas is een typische soort van landbouwgebied. Ze zijn ook flink groter dan een konijn, meestal het dubbele van het gewicht. Een makkelijk kenmerk zijn de zwarte oorpunten, dat heeft een konijn niet. Die heeft dan weer een wit pluizig staartje, bij een haas zie je meestal de zwarte bovenkant.

Hazen zijn goed aangepast aan dit landschap van vochtige graslanden, akkers en houtkanten. Zo graven ze geen hol, de grond is meestal te zwaar en te vochtig. Ze liggen gewoon in een ondiep kuiltje en vertrouwen op hun schutkleur.

Ook de jonge haasjes liggen open en bloot tussen de vegetatie, maar compleet geurloos en goed gecamoufleerd. Best is is het gras niet te kort. Brede bloemrijke akkerranden of bloemrijk hooiland is ideaal.

Dan nog worden veel jonge dieren gevonden door predatoren, maar dat compenseert een haas door verschillende malen per jaar, twee tot vier jongen te werpen. Volwassen dieren worden zelden gepakt, ze halen in de korte sprint 70km/h!

Hazen houden van een open landschap, maar dikwijls slapen ze overdag ook in de verspreide bosjes. Een ideaal gebied bestaat uit een afwisseling van graanakkers, akkers met bv. bieten, hooilanden, weilanden met vee.
Meestal gaan ze ’s nachts grazen in bloemrijke graslanden. Vooral in het voorjaar krijg je ze te zien. Dan vechten de heren met elkaar om indruk te maken op de dames. Je ziet ze dan boksen en achter elkaar rennen. Je ziet dan achteraan in het veld vier tot zes dieren samen in de arena.

De zomer is een moeilijk moment voor hazen, als die te nat is overleven veel haasjes niet. Ook worden jonge hazen nogal eens gegrepen door honden die niet aan de leiband worden gehouden.

In de winter moeten hazen zien te overleven op wat op het veld overblijft, maar dat blijkt niet zo’n probleem op te leveren.

Op de kaart zie je waar je de grootste concentraties hazen kan vinden.

Op de foto zie je het typische landschap waar hazen graag vertoeven.

Beeldmateriaal: ©Vilda