In verschillende gemeenten komen steeds meer everzwijnen voor. Deze dieren kunnen zich uitstekend aanpassen aan nieuwe situaties, waardoor we ze steeds vaker in woonwijken opgemerkt worden. Ze vinden er voedsel en voelen zich vaak veiliger dan in natuurgebieden. In onze bossen dragen everzwijnen bij aan de biodiversiteit en bosverjonging, en bieden ze ons de kans om hen tijdens een wandeling te spotten. Toch kunnen ze ook voor problemen zorgen, zoals het omwoelen van tuinen en akkers, het openscheuren van vuilniszakken en zijn ze een gevaar in het verkeer.
Schade vermijden
Je kunt zelf maatregelen nemen om schade door everzwijnen te verminderen:
- Composthopen en groenafval trekken everzwijnen aan omdat ze vol regenwormen en andere insecten zitten. Door de composthoop in je tuin goed af te schermen en geen groenafval in het bos achter te laten, maak je je buurt meteen minder aantrekkelijk voor everzwijnen.
- Wil je je tuin volledig ontoegankelijk maken voor everzwijnen, dan kun je een elektrisch of vast everzwijnproof raster aanleggen. Instructies voor het aanleggen van zo'n raster, vind je op de website van Natuur en Bos.
Schade melden
Heb je everzwijnen gezien, of heb je schade door everzwijnen? Meld dit dan zeker via www.wildinzicht.be.
Schademeldingen zijn belangrijk om problemen aan te pakken. Ze geven aan waar de problemen het grootst zijn en welke als eerste moeten worden aangepakt. Daarnaast verwerkt het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) deze meldingen ook voor wetenschappelijk onderzoek en publiceert het handige overzichten en kaartjes waarop je alle schademeldingen kunt bekijken.
